Een spondylodese is het vastzetten van twee of meerdere wervels aan elkaar. Er zijn verschillende redenen voor deze operatie. Meestal is er sprake van een te grote beweeglijkheid van de wervels. Dit noemen we instabiliteit. Door slijtage kunnen de wervels gaan verschuiven waardoor zenuwen bekneld raken. Dit kan pijn veroorzaken in de benen. Ook kunnen er problemen ontstaan met kracht en gevoel in de benen. Instabiliteit kan ook ontstaan door een aangeboren zwakke plek in de rug of een breuk van de wervelboog. Soms is een gezwel of een infectie de oorzaak van de instabiliteit. Het doel van de operatie is om verdere verschuiving van de wervels te voorkomen. Daarnaast wordt ervoor gezorgd dat er weer genoeg ruimte is voor de zenuwen. Tijdens de operatie worden één of meer tussenwervelschijven verwijderd en vervangen door een implantaat, een zogenaamd kooitje of cage. Dit kooitje zorgt ervoor dat er weer voldoende ruimte is tussen de wervels en voor de zenuwen. De wervels worden aan elkaar vastgezet met fixatiemateriaal (schroeven en staven) zodat deze niet meer kunnen bewegen of verschuiven. Uiteindelijk zullen de wervels aan elkaar vastgroeien.
Op de polikliniek wordt met u besproken welke voorbereidingen u moet treffen voor de operatie. Als u bijvoorbeeld bloedverdunnende medicijnen gebruikt moet u hier tijdig mee stoppen. Verder is het van belang te weten dat roken een slecht effect heeft op het vastgroeien van de wervels. Voordat de spondylodese operatie kan worden uitgevoerd, dient u dan ook minimaal 3 maanden gestopt te zijn met roken.
Er zijn twee typen spondylodesen: de ‘open procedure’, waarbij de rugspieren opzij worden gehouden om de schroeven te plaatsen en de ‘minimaal invasieve procedure’, waarbij de schroeven via aparte sneetjes in de rug worden geplaatst. Beide technieken worden op dit moment vergeleken in een gerandomiseerde studie. U kunt meedoen aan deze studie (de MISOS), maar ook zelf het type operatie kiezen. Bij beide technieken wordt er naast de fixatie een decompressie van de zenuwwortels uitgevoerd dmv het uitnemen van de achterkant van de wervel, de wervelboog. Deze techniek (laminectomie) staat beschreven op onze site bij de operatie voor een kanaalstenose. Na het vrijleggen van de zenuwwortels wordt de tussenwervelschijf weggehaald, tussen de twee wervels die worden vastgezet. Vervolgens wordt de ruimte tussen de twee wervels opgevuld met een kooitje (cage). Daarna worden de wervels vastgezet met schroeven die worden verbonden met twee dunne staven.
Afhankelijk van de ingreep en uw gezondheidstoestand kan het zijn dat u na de operatie opgenomen wordt op de intensive care. Dit wordt vooraf met u besproken.
De duur van de operatie is afhankelijk van het aantal wervels dat vastgezet moet worden. Meestal duurt de operatie een paar uur.
Platliggen
Tot 4 uur na aankomst op de uitslaapkamer moet u plat op uw rug blijven liggen.
Daarna mag u onder begeleiding van de verpleegkundige van de afdeling uw bed uit.
Drain
Vaak plaatst de operateur aan het eind van de operatie een drain die overtollig wondvocht en bloed kan afvoeren. De drain wordt meestal de dag na de operatie verwijderd.
Infuus
Het infuus dat na de operatie is gegeven, wordt kort na de operatie verwijderd.
Katheter
Het kan gebeuren dat u na de operatie moeilijk kunt plassen. Er wordt dan met behulp van een bladderscan een echo van de blaas gemaakt om te kijken hoeveel urine er nog in de blaas aanwezig is. Er kan dan besloten worden om de blaas te legen met behulp van een katheter. Deze katheter wordt vaak direct weer verwijderd. Als de blaas overrekt is geraakt, doordat er teveel urine in de blaas zat, kan worden besloten de katheter achter te laten. Verder beleid zal dan in overleg met de uroloog van het ziekenhuis gemaakt worden.
Pijn
Na de operatie krijgt u pijnstillers. Als u toch nog veel pijn heeft mag u dit altijd aangeven en om meer pijnstilling vragen. De uitstralende pijn in één of beide benen die u voor de operatie had, zal na de operatie niet meteen geheel verdwenen zijn. Deze pijnklachten kunnen in wisselende mate nog enkele weken aanhouden. Dit komt doordat de zenuwwortel bekneld is geweest en kan opzwellen nadat de beknelling is opgeheven. Daarbij kunt u rugklachten ervaren door de operatie. Deze rugklachten kunnen nog enkele weken aanhouden. Vaak betreft het een zeurende pijn in de onderrug. Naast gebruikelijke pijnmedicatie, kunt u om deze pijn te verminderen het beste uw bezigheden zoveel mogelijk afwisselen. Dus niet te lang staan en lopen, maar ook niet te lang achter elkaar zitten en soms een uur plat liggen. De verwachting is dat deze pijnklachten hierdoor in de loop van enkele weken afnemen.
Door de operatie kan de stabiliteit van de rugspieren zijn verminderd. Hierdoor kunt u een vermoeid gevoel hebben in de onderrug na de operatie. Deze klachten zullen in de loop van enkele weken verbeteren. Het duurt ongeveer een halfjaar tot een jaar voordat uw rug weer op maximale sterkte is.
Fysiotherapie
De dag na de operatie komt ’s morgens de fysiotherapeut bij u langs om
oefeningen met u te doen en uitleg hierover te geven.
De fysiotherapeut geeft u een oefenprogramma mee dat u thuis een aantal keren per dag zelfstandig moet uitvoeren.
U krijgt bij ontslag een verwijzing mee voor uw eigen fysiotherapeut. Hij of zij kan u verder begeleiden bij het opbouwen van belasting, bezigheden en/of werkzaamheden.
Hechtingen
De huid wordt meestal onderhuids gehecht. Deze hechtingen lossen vanzelf op. Daarnaast worden er hechtpleisters geplaatst over de wond. Deze vallen er vaak vanzelf af. Anders mag u ze zelf na een week verwijderen. Als er hechtingen aanwezig zijn die verwijderd moeten worden mogen deze na een week door de huisarts verwijderd worden.
Ontslag
Als de operatie zonder problemen is verlopen en het lopen goed gaat, dan mag u na 2 of 3 dagen naar huis. Dit krijgt u in de loop van de dag te horen na overleg met uw zaalarts, fysiotherapeut, physician assistent of verpleegkundig specialist. Bij twijfel overleggen deze personen met uw behandelend neurochirurg of de dienstdoend neurochirurg.
Controle
Ongeveer 12 weken na ontslag komt u voor controle op de polikliniek van de neurochirurgie. Deze afspraak wordt voor u gemaakt en krijgt u mee op een afsprakenkaart.
Na de operatie:
– U mag, indien er geen complicaties zijn, 4 uur na de operatie uit bed
– U mag de rug, indien mogelijk, rustig bewegen. Bouwt u dit rustig op.
– U mag op geleide van de klachten zitten
– Wissel lopen, zitten en liggen af.
Wij raden u sterk aan om niet te roken. Door het roken is er minder botopbouw. Dit heeft u nodig om de fixatie zo sterk mogelijk te laten worden.
In en uit bed:
In: zit op de rand van het bed, kantel langzaam naar het hoofdeind door op uw elleboog en de andere hand te steunen zodat u op de zij komt te liggen, leg uw benen op het bed en dán pas op uw rug draaien.
Uit: eerst netjes op de zij gaan liggen (zoals hierboven beschreven is), dan de benen over de rand heen laten glijden en met de armen opduwen tot zit.
Draaien in bed:
Trek één been op (als u linksom wilt draaien, trekt u het rechter been op, als u rechtsom wilt draaien trekt u het linker been op), het andere been blijft gestrekt liggen. Omdraaien naar de kant van het gestrekte been door afzetten met het gebogen been en gelijke arm.
Adviezen:
Om het herstel zo goed mogelijk te laten verlopen, is het van belang dat u onderstaande adviezen goed opvolgt.
In de herstelperiode is het belangrijker dan ooit om de signalen van uw lichaam serieus te nemen. In de eerste vier tot zes weken is pijn in uw rug een goede graadmeter voor wat u wél kunt en wanneer u teveel van uw lichaam vraagt.
Neem de eerste vier tot zes weken regelmatig rust door te gaan liggen. Wissel activiteiten zoals lopen, staan en zitten af.
Voer uw algemene conditie stapsgewijs op door te wandelen of te fietsen op een hometrainer.
Zitten is belastend voor uw rug. Houd daarom een goede zithouding aan. Dat is het makkelijkst op een stoel met een hoge, licht achterover hellende rugleuning en met steun in de lendenen. De stoel moet hoog genoeg zijn om tegen de leuning te kunnen zitten met de voeten bij de grond. Een tuinstoel die verstelbaar is voldoet meestal goed.
Probeer ontspannen te zitten zonder onderuit te zakken. U kunt de onderrug eventueel ondersteunen met een kussen.
Houdt u rekening met dat u een deel van de beweeglijkheid van uw rug niet meer terug krijgt i.v.m. de gefixeerde wervels. Advies is om niet overdreven uw beweeglijkheid van uw rug te oefenen om overbelasting te vóórkomen.
huishoudelijke taken verrichten zoals stofzuigen, het bed opmaken of de ramen wassen dienen de eerste 3 maanden vermeden te worden
Autorijden en fietsen mag u na 6 weken, mits uw gevoel en kracht in de benen en rug goed is. Ook voor deze activiteiten geldt dat u dat rustig moet gaan opbouwen. Bij twijfel raadplaag uw arts en/ of het CBR.
Werk:
Afhankelijk van uw werk mag u na 6 weken op geleide van de klachten uw werkzaamheden rustig oppakken. Overleg dit met uw bedrijfsarts.
Sport:
De eerste 3 – 6 maanden wordt u afgeraden om intensieve sporten, zoals hardlopen, contactsporten te gaan beoefenen. Overleg na de controle afspraak met uw arts wanneer u kunt gaan starten met uw sport.
Tillen:
Ga recht voor het te tillen voorwerp staan, niet zijwaarts
Buig door de knieën, en vanuit de benen tillen
Til niet te haastig en draag de last zo dicht mogelijk tegen u aan.
Fysiotherapie:
indien er na 3 weken geen verbetering optreed in uw rug, dan wordt er geadviseerd om naar een fysiotherapeut te gaan. De fysiotherapie dient in eerste instantie gericht te zijn over hoe om te gaan met uw klachten (coaching). In tweede instantie kan de fysiotherapeut een oefenprogramma opstellen om uw conditie en rugfunctie op een veilige manier op te bouwen.
Overleg met de ziekenhuisfysiotherapeut wanneer u het beste naar de fysiotherapeut kunt gaan.
Net als iedere andere operatie kent ook een spondylodese operatie risico’s. Algemene risico’s zijn een wondinfectie of een nabloeding in het operatiegebied. Een wondinfectie wordt meestal behandeld met antibiotica en bij een nabloeding is soms opnieuw een operatie nodig om het bloed te verwijderen.
Tijdens de operatie kan een zenuw beschadigd raken. Dit kan voor verlamming van één of meerdere spiergroepen in de benen zorgen, zoals bijvoorbeeld een klapvoet. Ook kunnen stoornissen van het gevoel optreden. De kans op beschadiging van een zenuw door een spondylodese operatie is klein (<1%). Vaak herstelt de kracht of het gevoel geleidelijk na de operatie. Dit herstel kan echter lang duren en is soms niet volledig.
Verder is er een kleine kans dat er een lek ontstaat in het ruggenmergsvlies, waardoor er hersenvocht lekt. Dit veroorzaakt vaak hoofdpijn, maar herstelt weer na een paar dagen bedrust. Vaak kan het lek tijdens de operatie direct herstelt worden waardoor bedrust niet altijd noodzakelijk is.
Tot slot is fixatiemateriaal lichaamsvreemd materiaal en kan breken, loslaten of verschuiven.
Polikliniek neurochirurgie HMC: 088 – 9794365
Fysiotherapie HMC locatie Antoniushove: 088 – 979 42 30
Fysiotherapie HMC locatie Westeinde: 088 – 979 23 23