CTS-carpaal tunnelsyndroom de operatie

Operatie

De meeste operaties voor het CTS worden onder plaatselijke verdoving uitgevoerd. Dit gebeurt mbv 1 of 2 prikken tpv de handpalm. Deze prikken zijn vervelend, maar toch wordt de operatie standaard onder lokale anesthesie gedaan, omdat algehele narcose ook een aantal nadelen heeft (zoals misselijkheid en risico’s van beademing). Tijdens de operatie houdt u gevoel in de vingers. U kunt daardoor wel voelen dat de chirurg bezig is, maar het doet geen pijn. In eerste instantie wordt het ligament tussen de pink- en duimmuis, het dak van de carpale tunnel, ingesneden. Vervolgens wordt het ligament in beide richtingen opengeknipt, zodat het dak van de carpale tunnel open ligt en er geen compressie meer is op de zenuw. Aan het einde van de procedure wordt de huid gehecht met enkele niet-oplosbare hechtingen. Deze kunt u na 2 weken bij de huisarts laten verwijderen of bij ons op de polikliniek. U kunt niet zelf met de auto naar huis rijden, u zult hiervoor dus iemand bij u moeten hebben.

 

CTS algemeen
CTS diagnose
CTS complicaties
CTS nabehandeling