CTS-carpaal tunnelsyndroom diagnose

Diagnose

Op grond van het klachtenpatroon kan de diagnose worden vermoed. Bij lichamelijk onderzoek kunnen gevoelstoornissen in duim, wijs- en middelvinger worden gevonden en kan de duimmuis plaatselijk wat dunner blijken te zijn, maar meestal worden er geen afwijkingen gevonden.
Om de diagnose te bevestigen kan de zenuw door een klinisch neurofysioloog worden doorgemeten. Bij dit onderzoek wordt in het geval van CTS een vertraging in de geleiding van de zenuw gevonden. Indien de snelheid van geleiding niet afwijkend is, kan aanvullend nog een echografisch onderzoek worden verricht (echo) om te kijken of de zenuw verdikt is. Een hele enkele keer worden de klachten veroorzaakt door een andere aandoening, zoals bijvoorbeeld een zenuwbeknelling hoger in de arm (het pronator teres syndroom) of een beknelling van een zenuwwortel in de nek (zie nekhernia).

 

CTS algemeen
CTS operatie
CTS complicaties
CTS nabehandeling